snoge
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snoge (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsnoɣə/
Woordafbreking
- sno·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snoge | snoges |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de snoge v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) synagoge van Portugees-Israëlitische gemeente in Amsterdam of elders
Verwante begrippen
- beet haknesset, beet knesset, beet tefila, beis haknesses, beis knesses, mikdasj meat, sjoel, sjtiebel, synagoge
- Portugees: esnoga
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Gangbaarheid
- Het woord snoge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.