soepkip

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soepkip    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • soep·kip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soepkip soepkippen
verkleinwoord soepkippetje soepkippetjes

Zelfstandig naamwoord

desoepkipv

  1. kip die alleen geschikt is om er soep van te koken
  2. (pejoratief) (scheldwoord) dom persoon (meestal een vrouw)

Gangbaarheid

  • Het woord soepkip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.