soeplepel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soeplepel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • soep·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soeplepel soeplepels
verkleinwoord soeplepeltje soeplepeltjes

Zelfstandig naamwoord

desoeplepelm

  1. (huishouden) grote, diepe lepel waarmee soep opgeschept wordt, soepopscheplepel, opscheplepel
  2. (huishouden) lepel waarmee soep gegeten wordt
  3. de hoeveelheid die in een soeplepel past
    • neem twee soeplepels suiker 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord soeplepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.