sono

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   sono     sonoj  
accusatief   sonon     sonojn  

Zelfstandig naamwoord

sono

  1. geluid

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

sono v

  1. (spreektaal) geluidsinstallatie
    «J’avais foutu la sono à fond pendant cette soirée.»
    Op dat feest had ik de stereo helemaal open gezet. [1]

Verwijzingen

Portugees

Zelfstandig naamwoord

sono m

  1. slaap
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.