sorrow

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  sorrow (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɒrəʊ/
  • SAMPA: /"sQrəU/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse sorh.
enkelvoud meervoud
sorrow sorrows

Zelfstandig naamwoord

sorrow

  1. verdriet
  2. rouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  sorrow 
he/she/it  sorrows 
verleden tijd  sorrowed 
voltooid
deelwoord
 sorrowed 
onvoltooid
deelwoord
 sorrowing 
gebiedende wijs  sorrow 

Werkwoord

sorrow

  1. treuren
  2. rouwen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.