spa

Niet te verwarren met: Spa

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spa    (hulp, bestand)
  • IPA: /spa/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • spa
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord spa spa's
verkleinwoord spaatje spaatjes

Zelfstandig naamwoord

[A]despav

  1. (gereedschap) werktuig voor spitten en graven
    • Met een spa kan men de grond omspitten, een schop wordt meer gebruikt om kuilen te graven. 
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord spa spa's
verkleinwoord spaatje spaatjes

Zelfstandig naamwoord

[B]despam

  1. (drinken) in flessen verkocht drinkwater uit een bron
  2. plaats waar men in opwellend water kan baden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen spaspaderspaadst
verbogen spadespaderespaadste
partitief spaadsspaders-

Bijvoeglijk naamwoord

[C] spa

  1. op een laat tijdstip
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord spa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.