speelzaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelzaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speel·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelzaal speelzalen
verkleinwoord speelzaaltje speelzaaltjes

Zelfstandig naamwoord

despeelzaalv/m

  1. zaal voor kinderspelen
  2. (sport) (spel) zaal voor spel en sport
  3. (spel) zaal voor kansspelen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speelzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.