spitsboog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spitsboog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spits·boog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spitsboog spitsbogen
verkleinwoord spitsboogje spitsboogjes

Zelfstandig naamwoord

despitsboogm

  1. (bouwkunde) boog in een gotisch gebouw, gevormd door twee elkaar kruisende cirkelbogen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • spitsbooglijn
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spitsboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.