spurrie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spurrie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spur·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spurrie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de spurrie v / m
- (bloemplanten) een geslacht Spergula van op muur gelijkende planten uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae ) die worden gebruikt als veevoeder
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
- waterspurrie
Afgeleide begrippen
- spurrie-uil, spurrieboter, spurrieknol, spurrieland, spurrieveld, spurriezaad
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord spurrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spurrie" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ spurrie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.