schijnspurrie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schijnspurrie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxɛinspʏri/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schijn·spur·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schijnspurrie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deschijnspurriev/m

  1. (bloemplanten) een geslacht Spergularia  van planten uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae )
     Onderweg naar de slikken laat Sinke het ene na het andere plantje zien: spiesbladmelde, schorrenzoutgras, slijkgras, zilte schijnspurrie, lepelblad en het melkkruid.[2]
Synoniemen
  • schubkruid
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'schijnspurrie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. schijnspurrie op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Gerco Verdouw
    “Zeeuwse natuurliefhebber houdt van schorren en slikken” (25 september 2012), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.