staatseigendom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: staatseigendom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- staats·ei·gen·dom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van staat zn en eigendom zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staatseigendom | staatseigendommen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
staatseigendom m/o [1]
- het in bezit zijn van de overheid
- ▸ Tsipras wil dat strategische bedrijven staatseigendom blijven, in plaats van ze te verkopen zoals de huidige regering wil. Daarnaast is Tsipras van plan de lonen te bevriezen en wil hij niet korten op pensioenen zoals de geldschieters van Griekenland eisen. Hoe Syriza de plannen wil betalen en wat ze opleveren, is onduidelijk.[2]
- datgene dat in eigendom van de overheid is
- ▸ Het bedrijf stelt beslag te kunnen leggen op het vliegtuig omdat het om Thais staatseigendom gaat, maar de Thaise regering zegt dat het privé-eigendom is van prins Maha Vajiralongkorn.[3]
Gangbaarheid
- Het woord staatseigendom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wat wil leider Alexis Tsipras?” (Donderdag 7 juni 2012, 16:21), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Thailand wil vliegtuig kroonprins terug” (Vrijdag 15 juli 2011, 13:52), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.