stake

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stake    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sta·ke
Woordherkomst en -opbouw
  •  staak ww  met de uitgang -e

Werkwoord

vervoeging van
staken

stake

  1. aanvoegende wijs van staken

Gangbaarheid

  • Het woord stake staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  stake (US)    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
stake stakes

Zelfstandig naamwoord

stake

  1. paal, staak
  2. (historisch) brandpaal, brandstapel
  3. inzet [1]
  4. tentharing
  5. (textiel) bies [1]
  6. (techniek) bankaambeeld
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • To be at stake
De inzet zijn, op het spel staan
vervoeging
onbepaalde wijs to  stake 
he/she/it  stakes 
verleden tijd  staked 
voltooid
deelwoord
 staked 
onvoltooid
deelwoord
 staking 
gebiedende wijs  stake 

Werkwoord

stake

  1. overgankelijk afbakenen, afpalen
  2. overgankelijk vastbinden (aan een paal of staak)
  3. overgankelijk spietsen
  4. overgankelijk verwedden
  5. overgankelijk (financieel) steunen

Verwijzingen

  1. stake, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.