stamgast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stamgast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stam·gast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stamgast stamgasten
verkleinwoord stamgastje stamgastjes

Zelfstandig naamwoord

destamgastm

  1. iemand die ergens (bijv. een café) geregeld komt
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stamgast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.