strafrecht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strafrecht    (hulp, bestand)
  • IPA: /'strɑfrɛxt/
Woordafbreking
  • straf·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafrecht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetstrafrechto

  1. (juridisch) het geheel van rechtsregels waarmee bepaalde handelingen strafbaar worden gesteld
    • Dit staat in het wetboek van strafrecht. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord strafrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.