taalconflict

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taalconflict    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtalkɔɱflɪkt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • taal·con·flict
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalconflict taalconflicten
verkleinwoord taalconflictje taalconflictjes

Zelfstandig naamwoord

hettaalconflicto

  1. (politiek) con­flict over de sta­tus en het ge­bruik van een taal
     Net als België kent ook Quebec een groot taalconflict. De Frans- en Engelstaligen staan lijnrecht tegenover elkaar.[1]
     Taalconflicten zijn in België zo oud als het land zelf. Maar dat de ene gemeenschap de andere zo de wil probeert op te leggen, dat is ongehoord, vinden Franstaligen.[2]
Holoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord taalconflict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Selectie” (16 mei 1998) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Jeroen van der Kris
    “‘Daad van ernstige politieke agressie’” (8 november 2007) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.