taalonderzoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taalonderzoek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taal·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalonderzoek taalonderzoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hettaalonderzoeko

  1. (taalkunde) waarneming van taal met als doel de taal beter te begrijpen
     Breazeal heeft de resultaten van de studie verwerkt in een rapport en werkte daarvoor samen met Maryanne Wolf en Stephanie Gottwald van het Centrum voor Lees- en Taalonderzoek van de Tuftsuniversiteit in Medford (Boston).[1]
     Het zijn onder meer praktische tips voor taallessen en resultaten van recent lees- en taalonderzoek gericht op het vmbo.[2]
     Tot nu toe is bij taalonderzoek vooral naar grammatica gekeken. Naar woorden, zinnen. Wij hebben ons toegelegd op de dialoog, het gesprek, dé thuisbasis van taal.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord taalonderzoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Apps leren kansarme kinderen sneller lezen” (09-05-2016), Reformatorisch Dagblad
  2. Weblink bron “Nieuwe website voor motiveren lezen in vmbo” (12-04-2019), Reformatorisch Dagblad
  3. Weblink bron “We zeggen om de 90 tellen 'hè?', 'wie?' of 'wat?'” (17-09-2015), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.