taalverloedering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taalverloedering    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtal.vər.ˌlu.də.rɪŋ/
Woordafbreking
  • taal·ver·loe·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalverloedering taalverloederingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detaalverloederingv

  1. (taalkunde), (pejoratief) het door slonzigheid en verwaarlozing teloorgaan van het peil van de taalbeheersing
    • Er is sprake van taalverloedering en achteruitgang van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands bij mensen die later belangrijke functies in het openbaar bestuur en de rest van de maatschappij innemen.[2] 
Synoniemen
  • taalverval
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord taalverloedering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.