take

Niet te verwarren met: také

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  take    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtakə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ta·ke
Woordherkomst en -opbouw

 taak ww  met de uitgang -e

Werkwoord

vervoeging van
taken

take

  1. aanvoegende wijs van taken

Gangbaarheid

  • Het woord take staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  take (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /teɪk/
  • SAMPA: /teIk/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse tacan, verder te herleiden tot Oudnoors taka
enkelvoud meervoud
take takes

Zelfstandig naamwoord

take

  1. opbrengst, vangst
  2. (filmkunst) opname
vervoeging
onbepaalde wijs to  take 
he/she/it  takes 
verleden tijd  took 
voltooid
deelwoord
 taken 
onvoltooid
deelwoord
 taking 
gebiedende wijs  take 

Werkwoord

take

  1. overgankelijk nemen
    «He took my wallet with him!»
    Hij nam mijn portemonnee met zich!
  2. overgankelijk brengen
    «Can you take me to the train station?»
    Kun je me naar het treinstation brengen?
  3. overgankelijk vastpakken
  4. overgankelijk, (drinken) drinken
    «I took too much wine.»
    Ik dronk te veel wijn.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: to be taken ill
ziek worden
«Jim was taken ill and passed away peacefully on 28-02-11.»
Jim werd ziek en overleed vredig op 28 feb 2011.
  • [1]: (informeel) to take five (VS)
pauzeren
  • [1]: to take one's time
de tijd nemen
  • [1]: to take something as read (VK)
iets veronderstellen
  • [1]: to take something back
een argument of mededeling terugnemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.