tale

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tale    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ta·le
Woordherkomst en -opbouw
  • taal met de uitgang -e

Zelfstandig naamwoord

tale

  1. datief vrouwelijk  van taal, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
  • (wel) ter tale

Werkwoord

vervoeging van
talen

tale

  1. aanvoegende wijs van talen

Gangbaarheid

  • Het woord tale staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈteɪl/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oud-Engelse talu, en is verwant aan het Deense tale, Duitse Zahl, Nederlandse taal en binnen het Engels aan het woord talk.
enkelvoud meervoud
tale tales

Zelfstandig naamwoord

tale

  1. verhaaltje, vertelsel
Afgeleide begrippen
  • telltale, fairy tale/fairytale, tall tale, tell tales

Limburgs

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /taːlɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tale
taaldje
getaaldj, betaaldj
zwak volledig

Werkwoord

tale

  1. betalen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.