verhaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verhaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈhal/ (2 lettergrepen); /vər'ɦal/
Woordafbreking
  • ver·haal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verhaal verhalen
verkleinwoord verhaaltje verhaaltjes

Zelfstandig naamwoord

hetverhaalo

  1. verslag (mondeling of schriftelijk) van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis
    • Heb je het verhaal over de boete die Microsoft door de EU opgelegd heeft gekregen al gelezen? 
     Zelf moest ik ook erg nodig naar de wc, maar ik durfde na dit verhaal absoluut niet meer naar buiten.[1]
  2. (juridisch) opgeëiste vergoeding voor geleden schade
    • Met het verhaal van alle onkosten op de daders was de gemeente nog jaren bezig. 
  3. (informeel) speech, voordracht
    • Een heel verhaal afsteken. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[1]

  • Een sterk verhaal
Iets dat ongeloofwaardig klinkt
  • Het is einde verhaal
Het is afgelopen, voorbij (m.n. gezegd van iets dat geen kans van slagen meer heeft)
  • het grote verhaal
het belangrijkste deel van een boodschap zonder al te veel details
 De jury, onder leiding van schrijver Nelleke Noordervliet, prijst het boek om zijn visie, gedegenheid en toegankelijkheid. "Ondanks de vele details en wetenswaardigheden verliest het het grote verhaal van de taal nooit uit het oog."[2]
  • Het verhaal gaat/wil, dat ....
Er zijn geruchten – of bijv. een legende – dat iets zo is of ooit is gebeurd
  • Zijn verhaal doen
Iets uitleggen (waarbij vooral wordt benadrukt dat het vertelde de verteller persoonlijk aangaat)

[2]

  • Op verhaal komen
Uitrusten, na inspanning weer op krachten komen
  • Verhaal halen
Om nadere uitleg vragen, m.n. voor iets vervelends dat is voorgevallen
  • Verhaal [komen] zoeken
Op vergelding of wraak uit zijn
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verhalen

verhaal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhalen
    • Ik verhaal. 
  2. gebiedende wijs van verhalen
    • Verhaal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhalen
    • Verhaal je? 
Afgeleide begrippen
  • verhaalbaar, verhaalbelasting, verhaalsrecht, verhaalswet, verhaling

Gangbaarheid

  • Het woord verhaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Weblink bron “Taalboekenprijs voor 'biografie van het Nederlands'” (Zaterdag 10 oktober 2020, 11:13), NOS
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord verhaal verhalen
verkleinwoord verhaaltje / verhaaltjen  ?

Zelfstandig naamwoord

verhaal

  1. verhaal; een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis

Veluws

enkelvoud meervoud
naamwoord verhaal verhalen
verkleinwoord verhaaltje / verhaaltjen  ?

Zelfstandig naamwoord

verhaal

  1. verhaal; een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.