taxatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taxatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taxa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schatting’ voor het eerst aangetroffen in 1361 [1]
  • Afgeleid van taxeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord taxatie taxatiën
taxaties
verkleinwoord taxatietje taxatietjes

Zelfstandig naamwoord

detaxatiev

  1. schatting, raming, waardebepaling
    • De taxatie vindt iedere tien jaar plaats. 
Hyponiemen
  • hertaxatie
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord taxatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.