tentoonstellingsbezoeker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tentoonstellingsbezoeker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ten·toon·stel·lings·be·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tentoonstellingsbezoeker tentoonstellingsbezoekers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detentoonstellingsbezoekerm

  1. bezoeker van een tentoonstelling

Gangbaarheid

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.