tijdperk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdperk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɛitpɛrək / (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
- tijd·perk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd en perk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdperk | tijdperken |
verkleinwoord | tijdperkje | tijdperkjes |
Zelfstandig naamwoord
het tijdperk o
- een begrensde en als eenheid beschouwde tijd
- In welk tijdperk leefden de dinosauriërs ook al weer?
Synoniemen
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tijdperk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdperk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.