tijdperk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdperk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɛitpɛrək/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tijd·perk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdperk tijdperken
verkleinwoord tijdperkje tijdperkjes

Zelfstandig naamwoord

hettijdperko

  1. een begrensde en als eenheid beschouwde tijd
    • In welk tijdperk leefden de dinosauriërs ook al weer? 
Synoniemen
Hyponiemen
  • mediatijdperk
  • nazitijdperk
  • olietijdperk
  • ontwikkelingstijdperk
  • oorlogstijdperk
  • overgangstijdperk
  • ruimtetijdperk
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tijdperk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.