tijdsduur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdsduur    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɛɪdsdyr/
Woordafbreking
  • tijds·duur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdsduur -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detijdsduurm

  1. de tijd dat iets duurt
    • De nummers op deze cd variëren in tijdsduur van drie tot acht minuten. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tijdsduur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.