tijdsnede

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdsnede    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɛitsnedə/
Woordafbreking
  • tijd·sne·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdsnede tijdsneden
tijdsnedes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detijdsnedev/m

  1. beeld van de toestand op een bepaald ogenblik, vooral wanneer sprake is van meerdere ontwikkelingen tegelijkertijd
    • Maar het is een tijdsnede, het is Clouzot op dat moment in de tijd. [1]
  2. (geologie) onderverdeling van een tijdvak in de geochronologie
    • Historisch zijn er voorbeelden van 5 tot 9 meter zeespiegelstijging bij minder opwarming, zoals in het Eemien (een tijdsnede), zo'n 120 duizend jaar geleden, toen het een graad warmer was dan nu. [2]
  3. (archeologie) onderverdeling van het verleden in perioden waarin op verschillende plaatsen overeenkomstige vondsten te verwachten zijn
    • De hier behandelde tijdsnede is Fischer's Jungneolithikum, penode C. [3]
  4. (geschiedenis) specifiek afgebakend onderdeel binnen een groter tijdperk met samenhangende gebeurtenissen
    • Dat is een belangwekkende tijdsnede. [4]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
  • [2] etage (gesteentelagen die in een bepaalde tijdsnede zijn ontstaan)

Gangbaarheid

  • Het woord 'tijdsnede' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.