timmervrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  timmervrouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tim·mer·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord timmervrouw timmervrouwen
verkleinwoord timmervrouwtje timmervrouwtjes

Zelfstandig naamwoord

detimmervrouwv

  1. (beroep) een vrouw die zich beroepsmatig vooral met houtbewerking bezighoudt
    • De timmervrouw ging na vijftig jaar met pensioen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord timmervrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.