toen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toen (hulp, bestand)
- IPA:/ tun / (1 lettergreep)
- IPA: /tun/
Woordafbreking
- toen
Woordherkomst en -opbouw
Voegwoord
toen
- op het tijdstip (of in de periode) dat
- Hij ging naar huis toen het vijf uur was.
- ▸ Omdat het toen nog steeds te krap was, moest één jongen zittend in de hoek gaan slapen.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Bijwoord
toen
- op of na dat tijdstip
- Hij is toen naar huis gegaan.
- in een vervlogen tijd
- Toen was dat nog heel gewoon.
Synoniemen
- [1] daarop, vervolgens
- [2] destijds
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord toen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "toen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ toen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Drents
Zelfstandig naamwoord
toen
Schrijfwijzen
Synoniemen
Gronings
Zelfstandig naamwoord
toen
Schrijfwijzen
- toene
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
toen
Schrijfwijzen
Synoniemen
|
|
Meer informatie
Twents
Zelfstandig naamwoord
toen
Schrijfwijzen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.