triode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  triode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘elektronenbuis met drie elektroden’ voor het eerst aangetroffen in 1937 [1]
  • afgeleid van de afkorting van elektrode met het voorvoegsel tri- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord triode trioden
triodes
verkleinwoord triodetje triodetjes

Zelfstandig naamwoord

detriodev

  1. (elektrotechniek) radiobuis met drie elementen (kathode, anode, 1 rooster)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord triode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.