troel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  troel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • troel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘benaming voor een vrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • uit ht Fries ? [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord troel troelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detroelv [3]

  1. vrouw of meisje in het algemeen
  2. (pejoratief) vrouw of meisje dat je niet leuk vind
  3. liefkozend woordje voor een vrouw
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord troel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.