trouillard

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʈʀʊʝɑʁ/
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

trouillard

  1. (spreektaal) angstig, schijterig [1]

Zelfstandig naamwoord

trouillard m

  1. (spreektaal) angsthaas, schijtluis
    «Quel trouillard, ce mec, il ose pas approcher à cause de mon chien.»
    Wat een schijtluis die kerel, hij durft niet dichterbij te komen vanwege mijn hond. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.