trouwgoed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trouwgoed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trouw·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwgoed trouwgoederen
verkleinwoord trouwgoedje trouwgoedjes

Zelfstandig naamwoord

hettrouwgoedo

  1. kleding die men draagt tijdens het huwelijksfeest
Synoniemen
Hyponiemen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.