trouwpak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwpak (hulp, bestand)
- IPA: /trɑupɑk/
Woordafbreking
- trouw·pak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trouw ww en pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwpak | trouwpakken |
verkleinwoord | trouwpakje | trouwpakjes |
Zelfstandig naamwoord
het trouwpak o
- (kleding) een bruidegomskostuum dat aan de trouwdag wordt gedragen
- De bruidegom gaat op de dag van zijn huwelijk meestal gekleed in een speciaal trouwpak of trouwkostuum.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord trouwpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trouwpak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.