tuinkabouter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuinkabouter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tuin·ka·bou·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinkabouter tuinkabouters
verkleinwoord tuinkaboutertje tuinkaboutertjes

Zelfstandig naamwoord

detuinkabouterm

  1. stenen of kunststof beeld van een kabouter dat in de tuin wordt geplaatst, vooral ter versiering
    • Het begon met de tuinkabouters en ganzen die hij opmerkte in voortuinen in zijn woonplaats Eemdijk. Fotograaf Daniel Koning (1940) bedacht iets te doen met de manier waarop Nederlanders hun woningen personaliseren. [3] 
  2. (pejoratief) wereldvreemde idealist
    • Tuinkabouter Bram van Ojik trekt de stekker eruit en geeft het snoertje door aan Jesse "Snotneus" Klaver.[4] 
Synoniemen
  • [1] tuindwerg

Gangbaarheid

  • Het woord tuinkabouter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.