turnles
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: turnles (hulp, bestand)
Woordafbreking
- turn·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van turnen ww en les zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | turnles | turnlessen |
verkleinwoord | turnlesje | turnlesjes |
Zelfstandig naamwoord
de turnles v / m
- (sport) (onderwijs) een les in turnen
- Een aantal scholieren van BIMSEM, een middelbare school in het Belgische Mechelen, willen geen les meer krijgen van hun turnleraar. Die had tijdens een turnles een klasgenote op haar achterwerk ’een klets’ gegeven.[2]
- Simone van der Vlugt - Morgen ben ik weer thuisWanneer de elfjarige Britt na haar turnles niet meer thuiskomt, wordt al snel duidelijk dat dit geen gewone vermissing is.[3]
Synoniemen
- turntraining
Gangbaarheid
- Het woord turnles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "turnles" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 18 jan. 2018 Mechelse turnleraar in de problemen na ’klets op de poep’
- ↑ de Telegraaf 30 mei 2014 6 spannende boeken met ruim 70% korting
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.