tweesprong

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweesprong    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtwesprɔŋ/
Woordafbreking
  • twee·sprong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweesprong tweesprongen
verkleinwoord tweesprongetje tweesprongetjes

Zelfstandig naamwoord

detweesprongm

  1. plaats waar een weg zich in tweeën splitst
  2. (figuurlijk) voor een beslissende keuze staan
    • De regio staat op een tweesprong en de EU kan ertoe bijdragen dat zij de weg van vrede en hervorming inslaat. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tweesprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.