ulk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ulk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʏlək/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ulk
Woordherkomst en -opbouw
[A], [B], [C] enkelvoud meervoud
naamwoord ulk ulken
verkleinwoord ulkje ulkjes

Zelfstandig naamwoord

[A]deulkv/m

  1. (visserij) gedraaide schelp
     Hij deelde ons mee dat de wulken (of ulken, escargot in 't Frans), zeer schaars zijn met als gevolg weinig aanbod en een zeer hoge prijs.[7]
Synoniemen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[B]deulkm

  1. bunzing, fret
     Een bunzing heet in de Achterhoek een ulk, een leuke naam voor een bloeddorstige moordenaar.[8]

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk / onzijdig zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[C]ulk m / o

  1. (groente) ui, Allium cepa 

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[D]deulkm

  1. (visserij) (verouderd) benaming voor schorpioenvisachtigen Scorpaeniformes 
Synoniemen
  • zeeschorpioen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord ulk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ulk (schelp) op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. ulk (bunzing) op website: Etymologiebank.nl
  5. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  6. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  7. Weblink bron Brief uit Yerseke (20 september 1947) in: Het Nieuw Visscherijblad, jrg. 2 nr. 36 (26 september 1947), S. Bollinne, Ostende, p. 10 kol.4
  8. Weblink bron Proficiat als profetie in: Jan Campert-stichting Jaarboek 2010. (2010), Jan Campert-stichting, Den Haag, ISBN 9789490742027, p. 71

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʉlk /
Woordafbreking
  • ulk
Woordherkomst en -opbouw
  • [2]: Afkomstig van het Nederduitse woord  ulk zn  ("pad")
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ulk     ulken     ulker     ulkene  
genitief   ulks     ulkens     ulkers     ulkenes  

Zelfstandig naamwoord

ulk, m

  1. (scheepvaart) afgehard oude zeeman met een tanig aanzien, gekenmerkt door vele jaren van het leven op zee, zeebonk
  2. (straalvinnigen) (dialect) schorpioenvisachtige, benaming voor vissen uit de orde Scorpaeniformes  (Noors: ulkefisker)
Schrijfwijzen
  • [2]:  ulke zn 
Hyperoniemen
  • [2]:  sjøulk zn 
  • [2]: marulk

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʉlk /
Woordafbreking
  • ulk
Woordherkomst en -opbouw
  • [3]: Afkomstig van het Nederduitse woord  ulk zn  ("pad")
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ulk     ulken     ulkar     ulkane  

Zelfstandig naamwoord

ulk, m

  1. totaal verliederlijkte man
  2. (scheepvaart) afgehard oude zeeman met een tanig aanzien, gekenmerkt door vele jaren van het leven op zee, zeebonk
  3. (straalvinnigen) schorpioenvisachtige, benaming voor vissen uit de orde Scorpaeniformes  (Nynorsk: ulkefisk, Noors: ulkefisker)
Schrijfwijzen
  • [3]:  ulke zn 
Hyponiemen
  • [3]:  dwergulk zn 
  • [3]:  marulk zn 
  • [3]:  panserulk zn 
  • [3]:  sjøulk zn 
  • [3]:  steinulk zn 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.