uno

Niet te verwarren met: UNO

Italiaans

0001
uno,
op een abacus


Telwoord (Italiaans)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
10661069107210751099101001012010303103003
Uitspraak
  • Geluid:  uno    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈuno/
Woordafbreking
  • u·no
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

uno

  1. één, het getal 1
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Lidwoord

uno m

  1. (grammatica) een, mannelijk onbepaald lidwoord gebruikt vóór woorden die beginnen met s impura (oftewel s+consonant), gn, pn, ps, x en z
    «uno pneumologo»
    een longarts
    «uno sbaglio»
    een fout
    «uno xenofobo»
    een xenofoob
    «uno zoo»
    een dierentuin
Verwante begrippen
Anagrammen

Papiaments

Telwoord (pap)
0
1
(A, BC)
11 10 100
(A/A, BC)
103
2 12 20 200 106
(A, BC)
3 13 30 300 109
(A, BC)
4
(A, BC)
14
(A, BC)
40
(A, BC)
400
(A, BC)
1012
(A, BC)
5
(A, BC)
15
(A, BC)
50
(A, BC)
500
(A, BC)
1015
(A, BC)
6 16
(A, BC)
60 600 1018
(A, BC)
7 17
(A, BC)
70 700 1021
(A, BC)
8 18 80 800 1024
(A, BC)
9 19 90 900 1027
(A, BC)

Hoofdtelwoord

uno

  1. een
Schrijfwijzen
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: unu.



Spaans

Uitspraak
  • Geluid:  uno    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈu.no/
Woordafbreking
  • u·no
Telwoord (spa)
0
1 11 21 10 100 103
2 12 22 20 200 106
3 13 23 30 300 109
4 14 24 40 400 1012
5 15 25 50 500 1015
6 16 26 60 600 1018
7 17 27 70 700 1021
8 18 28 80 800 1024
9 19 29 90 900 1027

Hoofdtelwoord

uno

  1. één

Werkwoord

vervoeging van
unir

uno

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van unir
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.