væksthus

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈvεgsdhuˀs /
Woordafbreking
  • vækst·hus
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 299429
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   væksthus     væksthuset     væksthuse     væksthusene  
genitief   væksthus'     væksthusets     væksthuses     væksthusenes  

Zelfstandig naamwoord

væksthus, o

  1. (bouwkunde), (tuinbouw) glastuinbouw
    «I væksthuset dyrker vi potteplanter, udplantningsplanter, krydderurter, tomater, agurker, meloner og paprika.»
    In de glastuinbouw verbouwen we potplanten, kruiden, tomaten, komkommers, meloenen en paprika.
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.