varensgezel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  varensgezel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·rens·ge·zel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord varensgezel varensgezellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devarensgezelm [1]

  1. (beroep) (scheepvaart) persoon die voor zijn beroep op een schip vaart
     Buiten de koopvaardij kon Holland niet; de zee had Nederland groot gemaakt, een goed varensgezel oefende geduld, liep de tijd niet vooruit, Bertus was nu tevreden.[2]
Hyponiemen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord varensgezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.