veestapel

Nederlands

Uitspraak

Geluid: veestapel (hulp, bestand)

Woordafbreking

vee·sta·pel

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van vee zn en stapel zn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	veestapel	veestapels
verkleinwoord	veestapeltje	veestapeltjes

Zelfstandig naamwoord

de veestapel m

al het vee dat in een land, op een boerderij aanwezig is

Verwante begrippen

levende have

Verwante begrippen

fokvee, melkvee, pluimvee, rundvee, slachtvee

Vertalingen

1.

Duits: Viehbestand ^(de) m
Engels: livestock ^(en)

Frans: cheptel ^(fr) m
Spaans: rebaño ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord veestapel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veestapel" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.