vee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vee    (hulp, bestand)
  • IPA: /veː/
Woordafbreking
  • vee
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘dieren, gehouden om hun producten’ voor het eerst aangetroffen in 701 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vee
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vee o

  1. (veeteelt) door de mens om economische redenen gehouden dieren, m.n runderen, varkens en kippen
    • Niet alleen wij hebben het warm: ook vee is gevoelig voor hoge temperaturen.[3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Vee van Laban
troep deugnieten [4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
vee
gevee
volledig

Werkwoord

vee

  1. vegen
enkelvoud meervoud
naamwoord vee -

Zelfstandig naamwoord

vee

  1. vee
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.