verdenking

Nederlands

Uitspraak

Geluid: verdenking (hulp, bestand)
IPA: / vərˈdɛŋkɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vər.ˈdɛŋ.kɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈdɛŋ.kɪŋ/
- (Limburg): /vər.ˈdɛŋ.kɪŋ/

Woordafbreking

ver·den·king

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van verdenken met het achtervoegsel -ing.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verdenking	verdenkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verdenking v

het vermoeden van het uitvoeren van een (strafbaar) feit
- Bij de supermarkt aan de Iepenlaan in Woerden heeft de politie maandagochtend een 17-jarige jongen uit Litouwen aangehouden op verdenking van diefstal van boodschappen met een winkelwaarde van € 57,-. De dief wilde die morgen rond tien uur een winkelwagen vol boodschappen zonder te betalen de winkel uitloodsen. ^[1]
het vermoeden van iets

Hyponiemen

coronaverdenking

Vertalingen

1. het vermoeden van het uitvoeren van een (strafbaar) feit

Duits: Verdacht ^(de) m
Engels: suspicion ^(en)
Frans: soupçon ^(fr) m, suspicion ^(fr) v

Papiaments: sospecho
Spaans: sospecha ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord verdenking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdenking" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.^[2]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Reformatorisch Dagblad 09-12-2008 Achtervolging jeugdige winkeldief in Woerden
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.