verplichting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verplichting    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈplɪctɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /vər.ˈplɪχ.tɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈplɪx.tɪŋ/
    • (Limburg): /vɛr.ˈplɪx.tɪŋ(g)/
Woordafbreking
  • ver·plich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verplichting verplichtingen
verkleinwoord verplichtinkje verplichtinkjes

Zelfstandig naamwoord

deverplichtingv

  1. iets dat moet
    • Hij was een verplichting aangegaan om het geld binnen 30 dagen te betalen. 
     Hoewel boeren in beide regelingen geld ontvangen om met hun bedrijf te stoppen, verschillen de doelen, middelen en de uitvoerder van de regeling. Wel is er één belangrijke overeenkomst: uitkopen gaat altijd vrijwillig. "Er zal nooit een zweem van verplichting aan zitten", verduidelijkt een woordvoerder van het Interprovinciaal Overleg (IPO).[1]
Uitdrukkingen en gezegden

Verplichtingen aangaan.

Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verplichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Deze opties hebben boeren om minder stikstof uit te stoten” (25 juni 2022), NU.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.