vervoersbewijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vervoersbewijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·voers·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vervoer zn en bewijs zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervoersbewijs | vervoersbewijzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het vervoersbewijs o
- (verkeer) een bewijs van betaling voor betaald vervoer, in het bijzonder openbaar vervoer
- ▸ Per dag vervoert de RET volgens directiewoordvoerder Frouke Albers zo'n 300.000 mensen met de metro. Van hen reisden er vorig jaar ongeveer 3000 zonder vervoersbewijs. Zeven jaar geleden waren dat er per dag nog 33.000.[1]
- ▸ Als ik zelf muziek aan het luisteren ben en een conducteur controleert mijn vervoersbewijs, dan doe ik even mijn oortjes uit."[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord vervoersbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Minder zwartrijders en meer veiligheid in Rotterdamse metro” (07-05-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Een selfie met de conducteur voor meer #TreinRespect” (01-06-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.