vervoerssector
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vervoerssector (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·voers·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vervoer zn en sector zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervoerssector | vervoerssectors vervoerssectoren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vervoerssector m
- (economie) alle bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij het transport van mensen en zaken
- ▸ In het derde kwartaal zijn er zo'n 29.000 bedrijven bijgekomen. Het aantal starters steeg in bijna alle sectoren. Alleen in de bouw, de groothandel en de vervoerssector werden er minder bedrijven gestart.[1]
- ▸ In de trein worden verscheidene hoorcolleges gehouden waarbij elke coupé een eigen thema heeft. Onder meer Tweede Kamerleden en bestuurders van woningcorporaties, het onderwijs en de vervoerssector geven de colleges.[2]
Synoniemen
- vervoersbranche, vervoersector
Gangbaarheid
- Het woord vervoerssector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Opnieuw meer starters” (18-11-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Studenten voeren actie in de trein” (08-11-2013), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.