verwarming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verwarming    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈwɑrmɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /vər.ˈʋɑr.mɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈβ̞ɑr.mɪŋ/
    • (Limburg): /vɛr.ˈwɑr.mɪŋ(g)/
Woordafbreking
  • ver·war·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verwarmen met het achtervoegsel -ing.
1 enkelvoud meervoud
naamwoord verwarming -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord verwarming verwarmingen
verkleinwoord verwarminkje verwarminkjes

Zelfstandig naamwoord

deverwarmingv

  1. het proces van verwarmen
    • De verwarming ging erg langzaam. 
  2. een installatie die voor het verwarmen zorgt
    • Zij hebben 's winters de verwarming erg hoog staan. 
Synoniemen
  • [1] verwarmingsproces, opwarming
  • [2] verwarmingsinstallatie, verwarmingstoestel
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verwarming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.