verzekeraar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzekeraar    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərzekərar/
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeraar verzekeraars
verkleinwoord verzekeraartje verzekeraartjes

Zelfstandig naamwoord

deverzekeraarm

  1. (economie) een bedrijf dat tegen betaling van een premie een bepaald risico voor een klant dekt
    • Deze maatschappij is al vele jaren een bekende verzekeraar. 
     "De mensen die nu nog verzekerd zijn, zullen hun claim uitbetaald krijgen, maar daarna kunnen ze waarschijnlijk hun verzekering niet meer vernieuwen."Volgens hem worden de kosten voor verzekeraars in Florida veel te hoog door het toenemende extreme weer.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verzekeraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ryan Hermelijn
    “Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.