vingerhoed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vingerhoed    (hulp, bestand)
  • IPA: /'vɪŋərˌɦut/
Woordafbreking
  • vin·ger·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vingerhoed vingerhoeden
verkleinwoord vingerhoedje vingerhoedjes

Zelfstandig naamwoord

devingerhoedm

  1. hard dopje dat het eerste kootje van de vinger beschermt bij het naaien
    • In Nederland doet de metalen vingerhoed rond de 13e eeuw zijn intrede. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vingerhoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.