vmbo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vmbo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌvejɛmbeˈo/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vmbo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vmbo vmbo's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetvmboo

  1. (onderwijs) (Nederland) vorm van voortgezet onderwijs die leerlingen voorbereid op het beroepsonderwijs of een opleiding in de praktijk en die in de plaats is gekomen van mavo, vbo en vso
Afgeleide begrippen
  • vmbo'er
  • vmbo-advies
  • vmbo-basis
  • vmbo-diploma
  • vmbo-docent
  • vmbo-havo-vwo-school
  • vmbo-havoschool
  • vmbo-kader
  • vmbo-klas
  • vmbo-leerling
  • vmbo-niveau
  • vmbo-opleiding
  • vmbo-school
  • vmbo-t
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vmbo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
21 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.