voetschraper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voetschraper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvutsxrapər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voet·schra·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetschraper voetschrapers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devoetschraperm

  1. (bouwkunde) (geschiedenis) metalen rand die een paar decimeter boven de grond horizontaal bij de ingang van woningen en gebouwen zo werd aangebracht dat je daarop modder en vuil van de zolen kan afvegen voordat je naar binnen gaat
     Bijna elk oud huis in Antwerpen heeft een voetschraper bij de voordeur.[2]
Synoniemen
  • voetenschrabber, voetschrabber (uitspraakvarianten)

Gangbaarheid

  • Het woord 'voetschraper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Janine Meijer
    “Kunstenares schenkt dode voetschrapers nieuw leven” (17 oktober 2020) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.